Books Should Be Free
Loyal Books
Free Public Domain Audiobooks & eBook Downloads
Search by: Title, Author or Keyword

Pallieter   By: (1886-1947)

Book cover

First Page:

FELIX TIMMERMANS

PALLIETER

" Aan Marieke Janssens, mijne vrouw "

INHOUD

EEN FIJNE MORGEND IN DE MEI HET TWEEGEVECHT EEN MEIAVOND DE HOF, EN DE BRIEF VAN CHARLOT HET VOGELENBEZOEK 'S ZATERDAGS VOOR DE KERMIS KERMISMORGEND DE FEEST EEN SATERACHTIGE DAG HET VLIEGTUIG ZOMERREGEN DE WALKURENRIT MANESCHIJN DE HONING EEN AANGENAME VERRASSING REGEN DE HOREN VAN OVERVLOED HORENGALMEN EEN GRIJZE NATTE DAG EEN SCHOONE WINTERDAG SNEEUW OUDE ZANGEN DOOILIED DOEDELZAKKEN DE KLOKKEN VAN ROME DE KRUISEN EN DE ZEGENING DER VELDEN DE VRUCHTBAARHEID DE WERELD IN

EEN FIJNE MORGEND IN DE MEI

In die eerste Lieve vrouwkensdagen was de Lente ziek. De zon bleef weg en klaterde maar van tijd tot tijd, zoo door een wolkenholleken, een bussel licht op de gele boterbloemen. Het versche groen dat zij langs alle kanten geweldig uit den grond, de boomen en het water had gezogen, zat er ongeduldig naar te wachten.

Pallieter zei, met een scheeven mond van bitterheid: "'t Spel is nor de knoppe!..."

Maar in den avond van dezen dag was de volle maan, rood lijk een blozenden appel, uit de wolken gebroken en een dunne nevel was lijk een fijn gaas op de Nethe en de beemden komen staan. Zie, als Pallieter dat zag, maakte hij met speeksel zijn wijsvinger nat, stak hem in de lucht en als hij voelde dat zijn vinger koel werd langs den Zuiderkant, schoot hij in een luiden lach, rolde spertelend in het gers en zong in den stillen avond dat het klonk tot over de Nethe:

"Die mi morghen wecken zal dat salder wesen die nachtigal die nachtigale soete; ick wille dan gaen in genen dal die suvere bloemen groeten...."

Morgen was het opnieuw zonlicht!

Hij kon er moeilijk van slapen en had bijna den heelen nacht, met het venster wagenwijd open, wakker gelegen. Hij hield den wolkbrekenden hemel in 't oog, die na lang wachten gezuiverd was en fijn blauw bleef, bedrest met bleeke sterren en gevuld met klaren maneschijn.

En in die stille, nieuwe heerlijkheid, waarin de dauw zoel neerzeeg, speelde omhoog het perelende lied van een jongen nachtegaal. Pallieter rilde. En hij dacht aan de zon, die nu nog ver achter de wereld zat, ievers bij de Moorkens en de Chineezen. Morgen zou ze opnieuw het zoete Netheland beschijnen en ze zou de boomen en planten van geweld doen spreken en klappen, de bloemen doen breken van reuken, de bosschen doen denderen van 't danig vogelengefluit en hemzelf, Pallieter, een voet doen grooter worden. En hij sloeg van veel te groote blijdschap zijn beenen naar omhoog dat de lakens van het bed vlogen. Hij dekte zich weer onder en sliep met een lach op zijn mond.

Als er in het Oosten een klaarte bibberde en er een haan had gekraaid, wipte Pallieter uit zijn bed, trok zijn hemd uit en liep in zijnen blooten flikker naar de Nethe. Over den grond en tusschen de hooge boomen hing een grijze smoor. Het was heel stil, het gers woog zwaar van den koelen dauw en van de boomen vielen groote lekken.

Pallieter liep en sprong zoo maar rats het hooge water in, duikelde naar onder en kwam weer blinkend van water en geluk, naar asem scheppend, in het midden boven. De waterkoelte deed het bloed in zijn lijf opspringen, het deed hem deugd, en hij lachte.

Hij zwom tegen tij in, liet zich op zijn rug terugdrijven, duikelde, zwom op zijn hondekes, draaide en spertelde en stampte met armen en beenen, dat het water sloeg en klotste en 't lisch en 't jonge riet deed buigen en wiegen.

Allengskensaan met het vergrooten van het licht waren de nevels dikker en witter gegroeid en hadden ze onvoorziens heel het land ingewikkeld. Fijn vogelengefluit regende nu uit de onzichtbare boomen, en de nieuwgemaakte bloemreuken dreven met heelder kladden door den mist.

En ginder over de Nethe was de groote, tomatroode zon als een lustige verrassing uit al die witheid opengebloeid.

Pallieter was er van aangedaan en riep:

"'t Weurdt fiest vandaag! 't weurdt fiest vandaag!"

En hij dreste duizend druppels in de lucht.

Dan duikelde hij nog eens onder, als om de ziel van het water meê te nemen en liep dan blinkend, roos als een roos in de witte nevelen naar de Reynaert en hij zong:

Zoo dee Adam Zoo dee Adam Zoo dee Adam's zonen... Continue reading book >>




eBook Downloads
ePUB eBook
• iBooks for iPhone and iPad
• Nook
• Sony Reader
Kindle eBook
• Mobi file format for Kindle
Read eBook
• Load eBook in browser
Text File eBook
• Computers
• Windows
• Mac

Review this book



Popular Genres
More Genres
Languages
Paid Books